Feedback waar je wat aan hebt is specifiek en gebonden aan een resultaat. Dat geld zowel voor complimenten als voor ontwikkelpunten.
Feedback helpt je om te groeien als professional, maar mensen vinden het vaak lastig om goede feedback te geven. Als jij vindt dat je te weinig of te vage feedback krijgt, dan zit er niks anders op dan er zelf om te vragen. Dat is best eng – je weet immers niet wat je over jezelf gaat horen. Maar zoals met de meeste stressvolle dingen, wordt het vanzelf minder eng naarmate je het vaker doet. Begin dus gewoon bij degenen die het je meest vertrouwd en breidt het dan uit.
Vijf tips om goede feedback te krijgen:
1 Bepaal wat je wilt weten
Voor je om feedback gaat vragen, is het goed om voor jezelf te bepalen waar je nu eigenlijk feedback op wilt hebben. Gaat het om een evalutie over je prestaties bij een bepaald project of een bepaalde taak? Of wil je meer een algemeen beeld krijgen van wat jij kunt verbeteren en leren om verder te komen in je loopbaan?
2 Vraag niet teveel tegelijk en vraag het snel
Als je naar je leidinggevende toestapt met de vraag “heb je feedback voor mij?”dan wordt dat misschien wel heel erg gewaardeerd, maar het levert waarschijnlijk weinig op. De vraag is veel te breed om goed te kunnen beantwoorden. Het is verstandiger om te vragen naar iets kleins: wat is een ding dat ik beter had kunnen doen in de presentatie van gisteren? Als je regelmatig om een verbeterpunt vraagt, krijg je vanzelf een compleet beeld en blijft het voor jou ook behapbaar.
Hoe langer je echter wacht met het vragen van feedback, hoe verder de herinnering is weggezakt bij de ander. Wil je een optimale terugkoppeling krijgen, vraag deze dan zo snel mogelijk.
3 Vraag feedback aan verschillende mensen
Mensen zijn subjectief en hebben allemaal een ander beeld van jou. Bovendien vinden ze niet allemaal dezelfde dingen even belangrijk. Als jij uitsluitend feedback aan je leiddinggevende vraagt, dan krijg je daarmee alleen zijn of haar subjectieve mening. Die kan anders zijn dan die van je collega’s, je klanten of een andere leiddinggevende. Zorg dus voor variatie in je feedback.
4 Help de ander specifiek te zijn
De meeste mensen blijven vaag bij het geven van feedback. Ze vertellen je bijvoorbeeld dat je “wel wat assertiever mag zijn”. Vraag door om er achter te komen wat de ander precies bedoeld. “Wat versta je onder assertief?” of “Op welk moment was ik niet zo assertief volgens jou?”. Open vragen – wat/waar/hoe/wanneer/waarom/welke – zijn hiervoor het meest geschikt.
5 Spreek je ambitie uit
Als mensen niet weten waar jij naar toe wilt, kunnen ze je ook niet helpen. Als jij een leidingevende functie ambieert of je graag verder wilt specialiseren op een bepaald vakgebied, spreek dat dan uit. Op die manier kunnen anderen je gericht feedback geven op ontwikkelpunten. Maar ze zullen je ook wijzen op kansen of in contact brengen met mensen die je verder kunnen helpen. Wacht dus niet tot je zelf denkt “dat je er klaar voor bent”- want grote kans dat je ambitie voor anderen dan uit de lucht komt vallen en ze allang iemand anders op het oog hebben. Laat je van het begin af aan coachen om te bereiken wat je wilt.